Behandeling van groeivertraging in de baarmoeder

In de meeste gevallen eindigt een zwangerschap met de geboorte van een gezond kind. Maar dit is helaas geen vanzelfsprekendheid. Aangeboren afwijkingen, groeivertraging in de baarmoeder en vroeggeboorte zijn belangrijke oorzaken voor het overlijden van ongeveer 1400 kinderen per jaar (in Nederland) in de periode rondom de geboorte. Tot voor kort was het pas ná de geboorte mogelijk om kinderen te behandelen. Door voortschrijdende medische kennis en technologische innovaties kunnen steeds meer aandoeningen tegenwoordig al vóór de geboorte vastgesteld en behandeld worden, met betere vooruitzichten.

De oorzaak van de groeiachterstand is dat de placenta de groei van de baby niet voldoende kan ondersteunen. Behandelingen voor verbetering van de functie van de placenta, zoals recente pogingen met o.a. het bestaande geneesmiddel Sildenafil (Viagra), zijn op dit moment nog te risicovol. Ook de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen die de specifiek ingrijpen op het transport van voeding, of de productie van groeifactoren en hormonen in de placenta, kunnen moeilijk ontwikkeld en getest worden. Dit komt in belangrijke mate door het ontbreken van een betrouwbaar model voor de voor de mens unieke aanleg van de placenta. De huidige technieken met inzet van diermodellen, cellijnen, of weefsel van de placenta verkregen ná de geboorte, kunnen niet ingezet worden om op individuele basis de juiste behandeling al vóór de geboorte in te zetten.

Eerder dit jaar is het binnen het Erasmus MC als eerste gelukt, om mini-placenta’s (ook wel placental organoids genoemd) te kunnen laten groeien uit weefsel afgenomen tijdens een vlokkentest aan het begin van de zwangerschap. Dit is een enorm belangrijke doorbraak in het onderzoek naar de placenta als oorzaak voor foetale groeiachterstand! Met deze nieuwe techniek kan men namelijk al tijdens de zwangerschap testen hoe de placenta zich ontwikkelt bij normale en afwijkende groei van de baby. Ook wordt het nu mogelijk om tijdens de zwangerschap een lichaamseigen ‘mini-placenta’ te laten groeien voor het veilig testen van nieuwe geneesmiddelen en zo te komen tot een persoonsgebonden behandeling.

Men wil de komende twee jaar deze veelbelovende techniek voor het eerst beschikbaar gaan maken voor patiënten in het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Samen met de afdeling Intensive Care Neonatologie en het Placenta Lab van het Erasmus MC, beide met ruime ervaring op het gebied van geneesmiddelenonderzoek bij zwangerschap en pasgeborenen, wil men in 2021 starten om  gedurende twee jaar de eerste placenta-specifieke behandeling in het laboratorium te gaan testen op het baanbrekende individuele ‘mini-placenta’ model en beschikbaar maken voor klinisch onderzoek.

Het doel van het onderzoek is om tijdens de zwangerschap lichaamseigen ‘mini-placenta’s’ te laten groeien voor moeders met een kindje met foetale groeiachterstand opgenomen in het Sophia Kinderziekenhuis, om zo op veilige wijze nieuwe placenta-specifieke geneesmiddelen te kunnen ontwikkelen en testen. Hiermee komt de mogelijkheid om foetale groeivertraging al vóór de geboorte te kunnen behandelen een belangrijke stap dichterbij. Dit zal een bijdrage leveren aan de vermindering van de kindersterfte rondom de geboorte in Nederland. En draagt ook bij aan de gezondheid en kansen van deze kinderen op latere leeftijd.